Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


hadith

Hadith

  • In het Arabisch betekent het zelfstandig naamwoord “hadith” “verslag”, “vertelling” of “overlevering”.1)
  • Als term is hadith het relaas dat wordt toegeschreven aan de Profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, of aan de Metgezellen en de Opvolgers met betrekking tot een verhandeling, daad, bevestiging, beschikking, of gewoonte.
  • Het begrip hadith werd voor het eerst gebruikt in de woorden van de Profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem. Toen Aboe Hurayra de Boodschapper Gods vroeg wie de eerste zou zijn die op de Dag der Opstanding met zijn voorspraak geëerd zou worden, verklaarde de edele Profeet: “O Aboe Hurayra! Jouw nieuwsgierigheid naar de hadith kennende, dacht ik dat jij de eerste vraag over deze hadith zou stellen.”2)
  • In latere perioden werd het begrip hadith besproken op een manier die de goddelijke hadiths omvat. De persoonlijke uitspraken en fatwa’s van de Metgezellen de Opvolgers werden ook beschouwd binnen het bereik van de hadith. In die zin noemden zij de hadiths die aan de Profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem, toebehoorden “marfu” (verheven), die welke aan de Metgezellen toebehoorden “mawquf” (gestopt), en die welke aan de Opvolgers toebehoorden “maqtu” (verbroken).3)
  • “Bovendien schrijven geschiedenisboeken en biografieën van de Profeet dat de Metgezellen, naast het bewaren van de Koran en zijn verzen, hun best deden om de daden en woorden van de Boodschapper te registreren en te bewaren, vooral die betreffende wonderen en goddelijke Bevelen, en om hun echtheid te bevestigen. Zij verzuimden nooit zelfs maar een schijnbaar onbeduidende daad of toestand van de Profeet, zoals door de boeken van overlevering wordt bevestigd. Terwijl de Profeet nog leefde, werden de wonderen en Tradities die de basis vormen van religieuze geboden door vele Metgezellen opgeschreven, vooral door de “Zeven ‘Abdullahs,” met name Abdullah ibn Abbas (de “Uitlegger van de Koran”) en Abdullah ibn Amr ibn al-As. Zo’n 30 of 40 jaar later legden duizenden Tabi’un-onderzoekers4) deze vast, en later zouden ook de vier imams van de islamitische jurisprudentie en duizenden scherpzinnige traditieleden ze opschrijven en overdragen. Twee eeuwen na de emigratie van de Profeet namen de samenstellers van de zes gewaardeerde en meest authentieke boeken van overleveringen, aan het hoofd waarvan Imam al-Bukhari en Imam Muslim staan, de taak op zich om de overleveringen te bewaren. In de tussentijd identificeerden nauwgezette critici de valse berichten die door ongelovigen of onzorgvuldige en onwetende mensen waren geproduceerd. In latere eeuwen bleven de overleveringen onderscheiden van verzinsels en verdraaiingen door mensen met diepgaande kennis en zulke nauwgezette onderzoekers als Ibn al-Jawzi en Jalal al-Din al-Suyuti, die vele malen vereerd werd terwijl hij wakker was met de aanwezigheid en het gesprek van Gods Boodschapper, zoals bevestigd werd door mensen met spirituele realisatie. Aldus zijn de wonderen door talrijke veilige en betrouwbare handen tot ons neergedaald, waarvoor wij God danken, want dit is door Zijn genade. Niemand heeft het recht aan hun echtheid te twijfelen.”5)

Zie ook

Andere talen

Voetnoten

2)
Sahih al-Bukhari, Ilm, 33; Riqaq, 51.
3)
Ibn Hajar, Tahzibu’t-Tahzib, VII, 33.
4)
De Opvolgers: De generatie van moslims die de gevolgde Metgezellen van de Profeet Mohammed, vrede en zegeningen zij met hem.
5)
Bediüzzaman Said Nursi, The Letters, New Jersey: The Light, 2014, pp. 140–141.
hadith.txt · Laatst gewijzigd: 2022/10/08 14:35 door Editor